Wilisweg













Zuidwestkust

Zaterdag 25 juli.

Beetje bewolkt, 29°C.
Om tien uur zijn we in het centrum van Son Bou. Tegenover één van de hoge hotels is een Europcar vestiging. Lekker vlot krijgen we een sleutel van een Audi A1. Er staat nog geen 4000 km op de teller. Het is een witte wagen met zwart dak. Toch leuker dan een Fiat Panda, die we hadden besproken.
Ook nu gaan we voor we wegrijden eerst naar de supermarkt er vlak naast. Je kunt maar beter goed voorbereid zijn en voldoende levensmiddelen in huis hebben, nietwaar?
De straten zijn hier bijna allemaal éénrichtingswegen. En omdat hier alles op een heuvel ligt gaan we bovenlangs richting ons appartement. Herman heeft het wagentje snel onder de knie en stopt even aan de kant van de weg. Hier kun je de zee zien.
Wil pakt haar camera en vergeet alle tijd. Ook dat de melk snel de koelkast in moet. Nog even gauw het toeristentreintje fotograferen dat net langsrijdt en heel wat rondjes maakt door dit gebied. Thuis wat drinken en de deur weer uit, want de schoonmaakster is al hiernaast bezig.

Sant Tomas

De bestemming weten we al: de zuidwestkust. Soepel rijdt Herman richting de enige rijksweg van Menorca. Rustig verkeer. Die rijksweg gaan we meteen weer af om bij Sant Tomas te komen. Na het parkeren op een stoffig terrein wijst Herman naar rechts. Daar over een muurtje kijken we recht in het gezicht van een zwart paardenhoofd. Wil erop af… met haar filmcamera. Blijkt dat achter die muur een enorme grasvlakte ligt met wel 10 zwarte paarden. Die dieren staan bijna bewegingsloos gedeeltelijk onder de bomen. Ik kan ze prachtig filmen alleen was achteraf gezien een fototoestel handiger, want de paarden staan daar maar en doen niets. Ook last van de warmte?
Intussen loopt Herman al het terrein af richting de kust. Het strandje is niet zo bijzonder. Veel rotsen. Links zien we het strandgedeelte van Son Bou. Er zijn mensen die hiervandaan naar een volgend strand lopen. Een andere manier is er niet, je kunt alleen te voet bij verder gelegen stranden komen. Gelukkig staat er een bord met de afstanden, zodat je weet waar je aan begint. De eerste hindernis, leuk of niet, is een tunneltje in een rots. Voor de kust steekt een stuk rotswand uit. Er is één bar/restaurant.
Dit is een winderige plaats. Op de mooie rotonde en het pleintje met betonnen banken is dat niet zo erg, maar op de parkeerterreinen links en rechts stuift het behoorlijk.

Cala Galdana

We rijden van de kust af een stukje het binnenland in, langs Es Migjorn Gran en Ferreries. Daar buigen we af naar het zuiden. En zo komen we bij Cala Galdana.

Er zijn twee miradors (uitkijkpunten). De eerste die we gaan bekijken zien we niet omdat we de auto niet kwijt kunnen. De tweede mirador is getuur door de bomen.
Bij een restaurant is een iets beter zicht op een grote baai met een mooi strand. En die zee… zo mooi blauw! Dan nu echt naar het plaatsje Cala Galdana. Maar hier is parkeren ook een probleem. Bijna hebben we een plekje maar een ander glipt in het vak. Dat is pech! Er zijn meer automobilisten die aan het zoeken zijn. Aan het eind keren we, toch maar weer terug in de hoop dat er iemand wegrijdt. En dat gebeurt.
Cala Galdana is een prachtige badplaats waar van alles te doen is. Allerlei vormen van watersport worden er vertegenwoordigd. Om te winkelen hoef je niet ver te zoeken. Diverse gezellige winkels en boetiekjes sieren de straten.



We eten een salade op een terras waar men om de 30 sec. wat waterdamp laat sproeien. Nodig is dat niet want het waait hier lekker. Dat onze brillen spetters oplopen daar staat niemand bij stil. We wandelen langs de haven over een roestige brug. En zien opnieuw de azuurblauwe zee met schepen, zeilbootjes en kanovaarders.
Voorbij de brug, bij een restaurant, kunnen we in de schaduw van bomen nog eens de grote, mooie baai bewonderen. Terug wandelen we weer naar de haven en langs een rivier. Onder een tweede brug door naar de auto. En kunnen daar meteen een gezin een parkeerplaats geven.












  • verder